Ster-appeltaartjes met cranberry's

Cranberry's (oftewel: veenbessen) en Kerst horen een beetje samen. In deze tijd van het jaar zie je de verse cranberry's in de supermarkt en bij de groenteboer liggen Dit recept kun je het hele jaar door maken, want het wordt gemaakt met gedroogde cranberry's. Het is heerlijk om zo bij de koffie te eten, maar met een bolletje ijs is het ook een lekker & makkelijk dessert. Je kunt ze eventueel ook goed invriezen.

Eén tip: vergeet niet ze na ca 10 minuten afkoelen uit de vormpjes te halen. Ik heb deze keer te lang gewacht en ongeveer de helft kwam niet in 1 stuk uit de vormpjes (*zucht*). Ach, voor het opeten maakt het niet uit, maar qua presentatie is het natuurlijk niet leuk. Gelukkig had ik een dubbele hoeveelheid gemaakt ;-).

Ingrediënten (voor 6 stuks):
100 gram + 1 el koude roomboter
1 ei (losgeklopt)
150 gram + 2 el zelfrijzend bakmeel
75 gram witte basterdsuiker
zout
3 el kristalsuiker
1,5 tl kaneel
2 tl custardpoeder
3 appels (bijv. Elstar), geschild en in stukjes
3 el gedroogde cranberry's
extra nodig: metalen bakvorm voor 6 muffins

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Snij 100 gram boter in kleine blokjes. Kneed 150 gram bakmeel met 1/3 van het ei, de boterblokjes, de basterdsuiker en een klein snufje zout tot een stevig deeg. Laat het deeg tot gebruik in de koelkast opstijven.

Meng in een bak de appel met de cranberry's, de kristalsuiker, de custardpoeder en de kaneel.

Vet de vormpjes in met 1 el boter. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit en bekleed er de 6 muffinvormpjes mee.

Snij uit het overgebleven deeg 6 sterren (als je een ster-uitsteker in ongeveer het juiste formaat hebt, dan is dat natuurlijk ideaal).

Vul de deegbakjes met het appelmengsel en leg op elk bakje een ster. Bestrijk met de rest van het ei.

Bak ca 35 minuten in de oven. Laat ze 10-15 minuten rusten voor je ze uit de vormpjes haalt (niet te lang laten staan!). Laat ze op een rooster verder afkoelen.

Eet smakelijk!

Banketstaaf (of kerststaaf of kerstkrans)

Natuurlijk kun je ze ook gewoon in de winkel kopen. Of bij de bakker, maar daar zijn ze (in mijn ogen) best duur. Maar zelf maken is lekkerder dan bij de supermarkt kopen en heel erg makkelijk! Al met al is het nog goedkoper ook ;-). Als je ze in een rechte vorm maakt, dan is het een banketstaaf. Als je er dan wat amandelschaafsel overheen strooit (en poedersuiker na het afkoelen), dan is het een kerststaaf en als je daar ook nog een krans van maakt, dan heb je een kerstkrans. Het is dus maar hoe je het noemen wilt en welke vorm je het handigst vindt!

Voor een iets dieet-vriendelijkere vorm kun je gewoon bladerdeeg gebruiken in plaats van roomboterbladerdeeg. Maar in dit geval is eigenlijk de laatste toch echt het allerlekkerst...
















Ingrediënten (voor 2 grote staven of 1 krans):
6 plakjes (roomboter)bladerdeeg (diepvries; ontdooid)
300 gram amandelspijs
1/2 citroen, uitgeperst
1 ei, losgeklopt
amandelschaafsel (als je de kerstvariant maakt)
evt. poedersuiker (ook voor de kerstvariant)

Verwarm de oven voor op 220 graden.

Leg 3 plakjes bladerdeeg met de randjes op elkaar. Duw dit stevig aan (als je kinderen hebt: ze vinden het geweldig om dat voor je te doen!). Doe dit met de andere 3 plakjes ook zo. Als je een krans gaat maken, leg dan 6 plakjes naast elkaar en maak de randen aan elkaar vast.

Edit 3-12-2011:
Eindelijk heb ik de truc door! In plaats van de bladerdeegplakjes met de randjes op elkaar leggen, leg je alle plakjes op elkaar en rol je het geheel dan uit tot een langwerpige lap. Op die manier heb je niet meer van die 'breukgevoelige' plekken waar de randjes waren.

Maak de amandelspijs iets los en meng dit met ongeveer 1/3 van het ei en het sap van de halve citroen. Verdeel het (voor de staven) in 2-en en rol het uit tot een lange, dunne 'worst' die iets korter is dan de plakjes bladerdeeg samen. Maak de randen nat met een beetje water. Vouw de zijkanten naar binnen en rol daarna de lange kant op als een worst. Duw de naad goed aan. Leg de staaf met de naad naar beneden neer. Je kunt dus ook de 6 plakjes zo doen (alleen de zijkanten dan niet naar binnen vouwen) en dan van de hele lange staaf een krans maken (of een S of.... waar je ook maar zin in hebt). Laat het spijs dan wel bijna tot aan de randen zitten (anders heb je bij het verbindingsstukje geen spijs).
















Leg ze op bakpapier of een siliconen bakvel. Bestrijk met de rest van het ei. Strooi er voor de kerstvariant wat amandelschaafsel overheen.
















Zet 25 minuten in de oven. Controleer na ca 22 minuten de kleur vast even.
















Laat afkoelen op een rooster. Snij in stukjes en eet smakelijk!

Mini-worstebroodjes

Sommige mensen zullen zeggen dat de naam niet klopt, want er zit geen worst in, maar gehakt. Maar van huis uit ben ik gewend dit worstebroodjes te noemen, dus geen commentaar aub ;-).

Toen ik klein was, maakte mijn moeder regelmatig worstebroodjes. Zowel de grote, als deze leuke kleine variant. Traditioneel aten we lekker worstebroodjes met soep als we op kerstavond na de kerst-mis (de kerk dus) thuis kwamen. Iets dat ik zeker nooit zal vergeten. Ook hadden we ze vaak met Oud & Nieuw. Waarschijnlijk krijg ik daarom altijd zo aan het eind van het jaar zin om worstebroodjes te maken!
















Ingrediënten (voor 24 mini-worstebroodjes):
12 plakjes bladerdeeg (diepvries; ontdooid)
300 gram gehakt
1 ei
zout, peper, andere kruiden naar smaak
paneermeel
1 ei, losgeklopt

Verwarm de oven voor op 220 graden.

Meng het gehakt met het ei, de kruiden en de paneermeel. Maak er een redelijk stevig geheel van. Snij de plakjes bladerdeeg in 2-en. Leg op de onderkant van elk plakje wat van het gehakt (maak er een worst-vormpje van). Klap de bovenkant er overheen en 'prak' met een vork de open kanten dicht.
















Leg de mini-worstebroodjes op bakpapier of een siliconen bakvel. Bestrijk ze met het losgeklopte ei.
















Zet ze 20-25 minuten in de oven. Controleer na 20 minuten de kleur eventjes. Ze moeten een mooie goudbruine kleur hebben. Laat ze op een rooster afkoelen, of peuzel ze gelijk lekker op.

De mini-worstebroodjes zijn prima in te vriezen. Na ontdooien hoeven ze maar een paar minuutjes in de oven om weer heerlijk warm te zijn.

Eet smakelijk!

Mini-appelflapjes

Supersimpel, maar ook erg lekker: mini-appelflapjes! Wat ons betreft hoort het helemaal bij de tijd van het jaar.

Natuurlijk kun je deze ook in 'full-size' maken. Maar deze 'bite-size' hapjes zijn bij ons het meest favoriet. De meiden vinden het geweldig om ze te helpen maken. En wonder boven wonder blijft er altijd genoeg appel over om de flapjes mee te maken ;-). Je kunt er eventueel ook wat sultana-rozijnen doorheen doen. Van ons hoeft dat niet, maar het past er prima bij.

Voor 32 flapjes:

3 zoetzure appels, geschild en in hele kleine stukjes

8 plakjes bladerdeeg (uit de diepvries; ontdooid)

suiker en kaneel naar smaak

1 ei, losgeklopt

Verwarm de oven voor op 220 graden.

Meng de stukjes appel met suiker en kaneel naar smaak (let op de lepel: dat geeft een hint over wie dat bij ons heeft gedaan... inderdaad: de meiden!).















Snij de plakjes bladerdeeg in 4-en. Leg in elke hoek een klein schepje van het appelmengsel. Klap de andere kant van het deeglapje er overheen en 'prak' de open zijkanten vast met een vork.















Leg het flapje op bakpapier of zo'n siliconen bakvel.














Ga zo door tot alle bladerdeeg op is. Bestrijk de flapjes met het losgeklopte ei en zet ze dan ca 20 minuutjes in de oven. Controleer na een minuutje of 17 vast even of ze al klaar zijn of nog even in de oven mogen (qua kleur).

Je kunt ze warm opeten, maar wij vinden ze koud het lekkerst. Je kunt trouwens een lauwwarm mini-appelflapje ook op een bordje leggen met een bolletje vanilleijs om een heel simpel, maar lekker, dessert te maken. Ook zijn de mini-appelflapjes heel goed in te vriezen.

Eet smakelijk!

Pangafilet onder een bladerdeegdakje

De laatste tijd ontbreekt het me nogal aan de tijd om de dingen op de blog te zetten. Sorry! Er ligt nog van alles klaar om op de blog gezet te worden. Het komt er echt aan! Ik zal proberen de komende week een uurtje te vinden om dan een heleboel in 1x op de blog te zetten, want er zitten dingen bij die ook echt leuk zijn voor Kerst en/of Oud&Nieuw.

Dit had ik laatst gemaakt op verzoek van de meiden. Het is een makkelijk, maar wel speciaal visgerecht. De meiden vinden het heerlijk (volgens mij vooral door het bladerdeeg, hahaha).




















Ingrediënten:
4 pangafilets
4 plakjes bladerdeeg (ontdooid)
2 tomaten, in dunne plakjes
4 eetlepels rode pesto (Arjan vindt overigens groene pesto hier lekkerder bij!)
8 plakjes ontbijtspek (of rauwe ham, ook lekker er bij)
1 eigeel, losgeklopt
evt. wat peper

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Vet een ovenschaal licht in of gebruik zo'n handig siliconenvel op een bakplaat. Leg de vissen er in/op. Bestrijk ze met de pesto. Als je geen rode of groene pesto hebt, dan kun je eventueel ook kruidige tomatensaus er op doen. Verdeel de plakjes tomaat er over. Eventueel bestrooien met wat (versgemalen) peper. Voor Arjan laat ik de tomaat altijd achterwege.
















Als je ontbijtspek gebruikt: bak de plakjes in een (droge) pan knapperig. Als je rauwe ham gebruikt, dan hoeft dit niet. Leg het plakje op de tomaten. Dek het af met het bladerdeeg en bestrijk het bladerdeeg met het eigeel.
















Zet dit ongeveer 35 minuten in de oven.

Lekker met gebakken aardappelen of gebakken krieltjes uit de oven en wortels. Eet smakelijk!

Kip met zuurkool (en aardappelpuree)

Zuurkool is een makkelijke groente en zit vol vitamine C. Goed voor de wintermaanden dus! Maar ja, het is geen favoriet van kinderen (ook niet bij die van mij) en Arjan is er ook niet echt gek op. Dat klinkt dus als een uitdaging. Dit is een iets bewerkte versie van een recept dat ik een keer op internet heb gezien.

Arjan en ik vonden het heerlijk. De meiden vonden het maar zo-zo (ze hadden al gehoord dat het zuurkool was *zucht*), maar het is zeker voor herhaling vatbaar! Sowieso qua presentatie (het ziet er geweldig uit), maar zeker ook qua smaak.
















Ingrediënten:
1 hele kip (ca 1 kg)
(versgemalen) peper en zout
ca 40 g vloeibare boter
1 appel
1 klein blikje ananasstukjes (of 1/2 groot blik....)
500 g zuurkool
100 ml droge witte wijn
750 g aardappelen
beetje zout
ca 300 ml melk
versgemalen peper

Bestrooi de kip aan de binnenkant met peper en zout en bak deze in de boter aan alle kanten bruin.
















Schil ondertussen de appel en snij deze in stukjes. Laat de ananasstukjes uitlekken. Bewaar 50 ml van het ananasvocht. Meng de zuurkool (snij deze eventueel wat kleiner), de stukjes appel en de ananasstukjes door elkaar. Haal de kip uit de pan en leg de zuurkool erin. Voeg het ananassap en de wijn toe en maak in het midden een kuiltje. Leg de kip erin en leg een deksel op de pan. Laat de kip op een zacht vuur 50 minuten stoven. Keer de kip af en toe.
















Kook de aardappelen gaar met weinig water en zout; giet ze af en stoom ze droog. Pureer de aardappelen en voeg de melk toe. Klop/roer alles tot een luchtige puree. Spuit of schep deze puree op de rand van een schotel en leg de zuurkool met de kip in het midden. Mijn schaal was eigenlijk niet groot genoeg (aandachtspuntje voor de volgende keer....), maar desondanks zag het er leuk uit (zie de bovenste foto).

Eet smakelijk!